Kongeraal in de lift
Vorig jaar vingen sportvissers meer kongeralen dan ooit tevoren. Ook onderzoekers, beroepsvissers en strandjutters meldden in 2020 meer vangsten en waarnemingen van deze bijzondere aal.
De kongeraal (Conger conger) kan 2,75 m lang worden en meer dan 100 kilo wegen. Dit is dus duidelijk een andere soort dan de aal die
we in ons zoete en zoute water aantreffen. Dat zie je ook duidelijk aan de bek. Die is onderstandig, waarbij de bovenkaak meestal iets uitsteekt ten opzichte van de onderkaak, en voorzien van een fors gebit (een beet kan zo een vinger afrukken, dus duikers houden altijd gepaste afstand van deze vis). Kongeralen houden van rotsachtige bodems – ze zijn niet voor niets meestal donkergrijs gekleurd – en kunnen zowel in diep als ondiep water worden aangetroffen. Hier zoeken ze naar voedsel zoals vis, kreeftachtigen en (pijl)inktvissen.
Vaste bewoner
Leefomgeving
Behalve rotsachtige bodems kunnen ook scheepswrakken of oude kademuren dienen als schuilplaats voor de kongeraal. Kleinere exemplaren – tot ongeveer één meter – blijken niet gebonden te zijn aan deze leefomgeving en komen ook voor op zandbodems. Zo kwamen de in Nederland gevangen vissen lang niet allemaal van tussen de blokken vandaan. Pieren en havenhoofden zijn wel de meest kansrijke plekken als je een kongeraal wilt proberen te vangen. Probeer het dichtbij tussen de blokken, maar kijk niet gek op als een verre worp op het zand kongeraal oplevert. Vang je een exemplaar groter dan 76 cm? Meld hem dan als record via NCRZ.nl. Meld